Gisteren zat ik in een zoom meeting. Toen ik moest niezen deed ik dat in mijn ellenboog. Ineens realiseerde ik me dat die gewoonte al zo is ingesleten dat ik, zelfs als ik alleen ben, nóg in mijn ellenboog nies. Dat terwijl ik het lekker vind om voluit te niezen, zodat ik even op en neer stuiter op mijn stoel. Ik vroeg me af of ik dit ooit nog in het openbaar ga doen. Ik vermoed dat ik voorgoed de vrijheid verloren ben om dat nog eens te doen.
Toen ik me dat realiseerde mijmerde ik verder over wat ik écht graag zo snel mogelijk weer zou doen na Corona. Ook vielen me dingen te binnen die van mij echt niet meer hoeven terug te keren. Ik denk het eerst aan twee heel vergelijkbare dingen. Ik zie er naar uit om mijn oudste zoon weer te omhelzen (mijn jongste zoon en ik zijn er nooit mee opgehouden ook al woont hij niet thuis). Ik weet niet of hij er ook naar uit ziet. Soms denk ik dat hij het wel best vindt om verlost te zijn van de -voor hem misschien wel obligate- omhelzing bij de begroeting en het afscheid.
En dat bracht me gelijk op dat wat ik het liefst niet meer doe: de drie obligate zoenen die, zonder dat ik het in de gaten heb gehad hoe of wanneer, ergens in de jaren 80 of 90 in onze omgangsvormen is geslopen. Ik vond als tiener de ‘Franse twee’ al zwaar overdreven, maar de ‘Nederlands drie’ vind ik helemaal verschrikkelijk. Ik ervaar het vaak als een oppervlakkige, soms onbehouwen manier van begroeten: het gebonk van wangen tegen elkaar of het ontwijkende getuit van lippen ergens in de buurt van je oren. We zijn meesters geworden in het vermijden van al te intiem contact bij een heel intieme omgangsvorm, nl. kussen. Ik denk wel eens: Zouden ze het in bed ook zo met hun partner doen?
Ik hoop dat we na het Corona tijdperk er voorlopig een gewoonte van maken om met elkaar af te stemmen hoe we het willen: Geven we elkaar een hand of zullen we een zoen geven? Één of twee? Of zullen we omhelzen? Wat wil jij? Wat wil ik?
Jikke Verhulst
“Ik schrijf graag en veel. Ik schrijf dagelijks om dossiers van mijn cliënten bij te houden, maar ik kruip ook soms gepassioneerd achter het toetsenbord als ik iets lees in de krant waar ‘niets van klopt’ of waar iets heel belangrijks aan ontbreekt. Ik maak jullie graag deelgenoot van gebeurtenissen in mijn werk en dagelijks leven en mijn reflecties daar op.”